De AI-revolutie: iedereen een genie, of toch niet?
Iedereen is tegenwoordig een expert.
Dankzij AI kun je in tien seconden een tekst schrijven, een kunstwerk maken, een app bouwen of een scriptje genereren dat je nooit zult begrijpen. We zijn collectief slimmer geworden — maar niemand weet meer hoe iets werkt.
De ironie? We bouwen machines die ons werk afnemen, en applaudisseren daarna omdat we “meer tijd overhouden voor creativiteit.” Alsof diezelfde creativiteit niet net is geoutsourcet aan een algoritme met betere concentratie dan wij.
AI is geen bedreiging voor banen, het is een bedreiging voor betekenis. Want als alles makkelijk wordt, is niets nog waardevol.
De kunstenaar die maanden zwoegde op een schilderij? Verslagen door iemand met een prompt. De schrijver die worstelde met zinnen? Overruled door een taalmodel dat nooit moe wordt. En de programmeur? Die is bezig AI te trainen die zijn eigen functie overbodig maakt.
Maar goed — zolang ChatGPT ons vertelt dat alles “mogelijkheden biedt”, voelen we ons weer even visionair.
We doen alsof we de toekomst begrijpen, terwijl we in werkelijkheid alleen nog weten hoe we op “Generate” moeten klikken.
Welkom in de AI-revolutie: waar iedereen een genie is, en niemand nog een denker.
